V.l.n.r. Peter met Wilma op het station
van Deurne, Frans met de brildragende ‘Franse’ vriendin en Adriaan met de iets vollere ‘Franse’.
Gerrit maakte de foto…. Hij had de Franse slag misgeslagen….
Juli, augustus 1968…. Nog maar net 17 jaar oud en volgens mijn ouders nauwelijks droog achter de oren.
Samen met drie vrienden besluit ik, dat we maar eens
een week lang treintje moeten gaan spelen.
Als oudste van de club van vier stel ik voor om alle
uithoeken van Nederland maar eens te gaan verkennen. Het
NS-arrangement ‘Tienertoer’ moet volgens de reclame een betaalbare
mogelijkheid voor armlastige studenten in zich hebben.
Aangezien de NS blijkbaar goede redenen had om in
ons dorp Handel geen treinstation te laten verrijzen, ruilden we
voor een week het Brabantse platteland in voor het in onze ogen
stadse en centraal gelegen Woerden.
Een broer van Adriaan, één van de club, behuisde
daar een klein appartement en gaf een week lang verzorging aan de
dagelijks vermoeide treinreizigers.
Vanuit Woerden vertrokken we elke morgen naar alle
delen van ons op dat moment veel te kleine Nederland.
We zagen voor ons gevoel welhaast alle treinstations
van Valkenburg tot Den Helder en spoorden van Vlissingen tot over
het alleraardigste lijntje naar Roodeschool, om daarna ’s avonds
weer in de kaasgeur van Woerden tot rust te komen.
Veel meer dan de binnenkant van de NS-stations zagen
we echter niet.
Het ging ons om de kilometers en het gevoel om te
kunnen zeggen ‘Daar ben ik geweest’. Het andere kriebelende gevoel
van onze club pubers, dat zeker wel aanwezig was, kreeg niet de
aandacht die we graag wilden.
Blijkbaar waren tienertoerkaarten alleen bedoeld
voor jonge jongens als wij en niet voor onze vrouwelijke
leeftijdgenoten. Ze leken die week allemaal veel ouder, die meisjes
van 18, 19 jaar…
Jammer, maar na een kleine week sporen leek ons
puberaal gedrag op een zijspoor te belanden.
Het leek ons alle vier ten opzichte van elkaar niks
te deren, maar stiekem hoopten we toch nog een ‘vangst’ te doen.
Op de voorlaatste avond van ons tienertoergebeuren
besloten we maar eens naar het ons bekende Eindhoven af te reizen.
We wisten dat daar uit de muur van het station de
aller-lekkerste frikadellen te halen waren. In heel Nederland was
geen frikadel zo lekker als uit de Eindhovense muur.
En ergens in de gang onder het Eindhovense station,
tussen de toiletten en de frikadellen, overkwam het ons.
Wachtend op Adriaan, Frans en Gerrit, die vóór de
muur eerst de toiletmuur wilden bevochtigen, werd ik door haar
aangesproken.
Ze sprak Frans en ik bloosde al en keek uit
verlegenheid maar naar haar twee vriendinnen. Ze lachten alle drie,
ook in het Frans. Daar was ik zeker van.
Hopeloos probeerde ik ze uit te leggen dat ik op
mijn drie vrienden wachtte en dat we ze daarna zeker de trein naar
Venlo zouden wijzen.
Frans was nooit mijn sterkste kant geweest, maar
‘Venlo’ en ‘train’ begreep ik.
Eveneens hopeloos keek ik naar de toiletdeur voor de
verlossende versterking… de muur daar moest nu toch meer dan
voldoende bevochtigd zijn, dacht ik.
En ook verweet ik mijn Franse leraar, dat ik die 8
op mijn rapport zeker niet verdiend had.
Toch bleef zij wachten in de gang onder het perron,
samen met haar twee vriendinnen.
En ze lachte nog steeds in het Frans….
Verdomme! Verliefd worden gaat snel en daar zijn
nauwelijks woorden voor nodig, zeker geen Franse….
Met zijn vieren voelden we ons iets later weer
behoorlijk stoer… Hanengedrag is al jong zichtbaar.
De trein naar Venlo was nou even bijzaak, Franse les
daarentegen was belangrijk.
We lieten zien… nee we lieten horen…. wat onze
leraren bij ons bereikt hadden.
En zij en haar twee Franse vriendinnen begrepen
alles. Ongelofelijk!
Onze club van vier begon zich steeds meer op haar
gemak te voelen.
Bij hanengedrag hoort op die leeftijd ook het stoer
doen ten opzichte van elkaar. Eén van haar vriendinnen was namelijk
een beetje flink uit de kluiten gewassen.
Een beetje te flink vonden wij en dat zeiden we ook
hardop…. in ons eigen Brabantse dialect. Geen Franse die dit zou
kunnen begrijpen.
Volgens Brabantse maatstaven was ze dik en lelijk en
haar andere vriendin was te dun en droeg een bril en we waren het
erover eens, dat ze allebei met de Franse slag gemaakt waren.
Het is verbazingwekkend met hoeveel Brabantse
woorden hun uiterlijk omschreven kon worden. Tot in de trein naar
Venlo, want aan de Eindhovense frikadellen uit de muur werd niet
meer gedacht.
Het gesprek werd vervolgd in de coupé, waar we
heerlijk bij elkaar zaten. Zij met haar twee vriendinnen aan de ene
kant en de vier stoere hanen, die alles wat onfatsoenlijk was
kraaiden, aan de andere kant.
En steeds lachten zij maar en begrepen ze ons,
terwijl we nauwelijks ons Frans de kans gaven.
Al heel gauw minderde het NS-personeel de vaart van
de trein van Eindhoven naar Venlo om vervolgens tot stilstand te
komen op het station van Deurne.
We hadden inmiddels begrepen dat zij en haar
vriendinnen zouden uitstappen. En een beetje tienertoerder stapt dan
mee uit. Waarom ook niet?
Het kriebelende gevoel hadden we immers niet voor
niets.
Wat moesten drie Franse meiden toch in de hoofdstad van de Peel?
We vroegen het ons ook niet af…. We begrepen het bij
het betreden van het Deurnese perron.
Zij en haar twee Franse vriendinnen spraken op dat
moment vloeiend het dialect van de Peel van Toon Kortooms’ Beekmannen.
Haar en hun Frans was beter dan dat van ons, ondanks de 8 op het rapport van die
vervloekte leraar. En we voelden ons op zijn zachts gezegd
behoorlijk gepakt, genomen, in de zeik gezet, met als gevolg het
schaamrood op de kaken.
Het had niks met blozen te maken…. We dachten na
over ons gedrag, over wat we allemaal gezegd hadden over de dikke en
lelijke brildragende meiden.
Het leek ons al gauw vergeven, iets wat ik tot op de
dag van vandaag niet begrijp.
We hebben het immers nog even gezellig gehad op dat
perron in Deurne.
Althans drie van onze club…. Gerrit zette zich in
vol protest in kleermakerszit op de rails, maar nam wel even de tijd
om zijn drie maten op de foto te zetten met hun drie ‘Franse’
vriendinnen.
En ja hoor, ze vertelde me in het Peellands dialect,
dat ze Wilma van der Wallen heette en in Liessel woonde. En dat ze
genoten had van al hun pogingen om ons te misleiden en van ons
hanengedrag en dat ze gewoon op tienertoer waren en ook nog geen 18
of 19 waren….
Waarom overkwam het kriebelende gevoel ons pas op de
laatste dag van het NS-arrangement?
De week en de tienertoer zouden nog beter geslaagd zijn
en dan hadden we tenminste nog tijd gehad om onze excuses te kunnen
aanbieden voor ons hanengedrag….
Tot op heden is dat nog niet gebeurd, ik heb haar nooit meer gezien en alleen de foto geeft het verhaal aan mijn herinnering prijs….