Het is 2008. Het is ook warm, heel warm zelfs, tijdens onze optredens op het smartlappenfestival in Grave.
Aan het einde van de middag mochten we ons slotoptreden geven, binnen, op de trappen van het Palazzo theater. Blijkbaar werd het gewaardeerd. In elk geval kwam na afloop Maria uit Grave ons complimenteren en kennismaken met mij en met het koor.Tijdens het gesprekje dat volgde werd duidelijk dat Maria belangstelling had voor ons koor.
Maria kwam oorspronkelijk uit Wanroij en speelde 'wel eens' op de accordeon.
Het gesprek had voor ons belangrijke gevolgen. Na de zomervakantie werd Maria lid van ÉgeWies en sindsdien zorgt ze als eerste accordeoniste voor de voortreffelijke, belangrijke en broodnodige muzikale begeleiding.
Gauw genoeg werd ons duidelijk dat de zoektocht van voorzitter Jac beëindigd kon worden.
Over corona en accordeona
Beste mensen van ÉgeWies,
De zomer vordert en hoewel veel werkenden niet meer werken, breekt nu echt de vakantietijd aan. Freule Corona reist nog immer mee als een boze geest die zich niet laat zien, maar wel nog steeds angst inboezemt bij velen. Vakanties zullen anders zijn dan anders en worden ook anders ingeluid. Zo ook bij ons mensen van ÉgeWies.
We gaan zonder een lied te zingen de vakantie beginnen, die eigenlijk allang begonnen is. Maar ik kijk uit naar de geplande onderbreking van het niet samenkomen op de gebruikelijke maandagavonden. Volgende week maandag is zo’n onderbreking gepland. Géén maandagmail op je mobiel, je tablet of thuiscomputer, maar een gezellige bijeenkomst voor iedereen die kan en wil en durft.
En als je hierop driemaal ‘ja‘ kunt zeggen, dan zal ’t Wapen ons voldoende ruimte geven en ook meer dan voldoende ruimte openlaten om corona geen kans te geven. Daar reken ik op, daar vertrouw ik op en daarom kijk ik uit naar volgende week.
Ons gezelligheidskoor bestaat uit méér dan alleen zangers en zangeressen, muzikanten en een daarvoor dansende gitarist. Het is méér dan leden en bestuursleden, commissies en werkgroepen. En ook méér dan een huishoudelijk reglement, repetitieruimte, pauze met koffie of thee.
Het is een samenspel van dat alles: van alles wat we horen, maar ook niet horen, en dat moet samen immers klinken. En alleen dat maakt het voor ons gezellig en kan het voor onze toehoorders een zonnetje brengen; een zonnetje onder de mensen! Dat hadden we in 2007 goed afgesproken.
Maar dat alles is niet zomaar vanzelfsprekend. Zeker niet in die beginjaren van ons koor.
Voorzitter Jac startte samen met zijn overige bestuursleden al heel gauw een zoektocht naar een goed klinkende muzikale begeleiding. We hadden in die eerste paar jaren niet meteen helder wat en wie we hiervoor moesten zoeken.
Eigenlijk bleven we hangen bij vrijwilligers die ons muzikaal wilden ondersteunen met alle goede bedoelingen en met accordeonklanken. Bij elk smartlappenkoor was dat immers het belangrijkste instrument, dat zagen en hoorden we overal.
Jacs zoektocht begon in kleine kring, in Wanroij zelf natuurlijk. Logisch! We waren immers een nog klein koor met enkel Wanroijse leden.
Theo werd gevonden en er werd met Theo overlegd over mogelijkheden, over repetitieavond, over repertoire, over randvoorwaarden, over alles! Dat dachten we tenminste, want hoewel het bestuur, Theo en ikzelf er al gauw eentje op klonken en dronken, wilde de samenwerking echter niet klinken.
Verder gezocht. En deze zoektocht werd nu hervat in grotere kring; in een véél grotere kring zelfs. In Veghel werd Johan gevonden en Johan nam wekelijks zijn accordeon vanuit zijn huis mee naar naar ‘t Raadhuis in Wanroij.
Johan was een erg aardige man en had altijd zijn praatje klaar. Vóór het beginnen met zingen, tijdens de pauze met de koffie en na afloop van het zingen. Maar óók evengoed tijdens het zingen…
Johan deed zijn uiterste best om zijn eigen partij foutloos uit zijn accordeon te trekken en ook goed te laten klinken. En volgens Johan zelf sloot zijn begeleiding naadloos aan bij de wens van de koorleden. Volgens Johan wel ja…
Versterking gezocht. Of nee, er werd nog niet verder gezocht. Het zou best eens goed kunnen komen, volgens Johan.
Maar er kwám plotsklaps wel versterking en dat eigenlijk na slechts één kort en overtuigend telefoontje waarin het werd aangekondigd.
Wim kwam vanaf de Noordstraat als een muzikale wijze uit het oosten ons repetitielokaal binnen schoefelen. De voormalige raadszaal in ’t Raadhuis, omdat we inmiddels te veel leden hadden om in de kelder te bivakkeren.
Als een westenwind stortte Wim de zuidelijke muzikaliteit van zijn accordeon uit over onze hoofden en we hoorden het en we zagen het. Onze oren vingen prachtige ritmische akkoorden op van zijn Italiaanse Scandalli accordeon en onze ogen zagen dat Wim enkel op één knopje hoefde te drukken om het Italiaanse orkest te doen spelen. Schandalig mooi klonk het!
Johan zag het met lede ogen en met zijn vanzelfsprekende praatje aan…
Slechts tien minuten en twee liedjes verder in ons repertoire werd Wim duidelijk dat hij, om ons koor te kunnen begeleiden, toch terug moest vallen op handwerk.
En dat alles gebeurde in niet goed overleg met Johan, zodat besloten werd om in stereo ons koor te laten begeleiden: Johan links en Wim rechts. Zo speelde ons allereerste orkest dat ons eveneens allereerste optreden mocht begeleiden.
Het jaar 2007 zat nog in de babyluiers toen een wijs bestuur beide accordeonisten adviseerde om het koor niet met de accordeon, maar met de menselijke stem te gaan begeleiden. Het voorgevoel van Johan was terecht: hij besloot zijn stem niet in dienst van ÉgeWies te stellen en koos voor de bekende eieren.
Wim daarentegen kwam trouw elke repetitie de mannenstemmen iets meer volume geven. Het zou niet voldoende zijn, maar dat werd níet Wim aangerekend.
Het orkest bestond vanaf dat moment namelijk uit een nieuwe, maar ervaren muzikale rot in het vak, de Wanroijse saxofonist Jo. En Jo bracht een compleet orkest mee naar de repetitie. Nee, géén saxofoon, géén accordeon, maar een keyboard met toetsen, knopjes, toeters en bellen. En daarmee was het voor Jo een peulenschil om ons steeds groter wordende koor flink te overstemmen.
Maar ondanks onze en zijn goede wil kon het koor niet op tegen het eenmansorkest van Jo.
En we misten de ware man of vrouw met de accordeon steeds meer...
Jan uit Wanroij speelde ook accordeon. Jac had het van horen zeggen. Vriendelijk en begripvol kwam hij luisteren en ook spelen. Jo aan de ene kant en Jan aan de andere. Eén repetitie, twee repetities; maar nee. In alle eerlijkheid vertelde Jan ons kort hierna dat het niet was wat hij vond dat het moest zijn. Vooral niet van zichzelf en niet van het repertoire. En in alle eerlijkheid begrepen wij wat Jan daarmee eigenlijk bedoelde.
Maar goed dat Harrie, van achter tussen de hoge mannenstemmen, een familiefeestje te vieren had.
In de zomer – het jaar 2007 had de babyluiers inmiddels verwisseld met de korte broek – toen had Harrie dat feestje ergens in Uden. Een familiefeest met muzikale omlijsting.
En Harrie zou Harrie niet zijn als hij zelfs op een feestje tussen het eerste en tweede biertje níet aan dansen, maar wél aan ÉgeWies dacht.
De muzikale omlijsting was een orkest met zanger, bestaande uit één persoon met accordeon.
Het werd voor de familie van Harrie zo’n gezellig feest, dat Harrie tussen het vierde en vijfde biertje nóg steeds niet aan dansen dacht, maar wel voortdurend aan ÉgeWies.
Verder tellen dan zijn vijfde biertje lukte Harrie niet meer. Maar na het zoveelste glas, tijdens de muzikale pauze, stelde Harrie zichzelf voor aan het eenmansorkest.
Niels. Niels Swinkels. Ook uit Uden.
En het kostte Harrie twee biertjes (die betaald werden door de feestneus van de familie) om Niels te bewegen een keertje in Wanroij te komen luisteren naar ÉgeWies.
Niemand kon toen vermoeden dat Niels Swinkels, een meer dan aardige vent van 26 jaar oud, het orkest van ons koor ruim vier jaar lang zou komen versterken.
Omdat Niels een zogenaamd druk doende persoon was in werk en met zijn muzikale hobby, besloot hij in goed overleg eenmaal in de twee weken de repetitie bij te wonen. En natuurlijk bij onze optredens ‘in den lande’, dat voor ons toen nog niet veel groter was dan Wanroij en het verre weiland daaromheen.
Maar wat hebben we genoten van Niels’ accordeonale vaardigheden en van zijn geduld en begrip en manier van omgang van heel jong tot erg oud.
Het was Niels die het ongeschreven recht van de oudste respecteert en zich tijdens de repetitie heel dienstbaar opstelde richting bestuur, mij, koor, maar ook richting het orkest Jo.
Het was óók Niels die glimlachend toekeek, toen één van de hoge damesstemmen de volumeknop van Jo’s keyboard demonstratief omlaag schroefde tijdens een stiekem moment. Het gebeurde tijdens een kerstoptreden voor de Katholieke Vrouwenbond in Bakel, op die donderdag de dertiende van de laatste maand van het inmiddels bejaarde jaar 2007.
De reden ervoor was heel legitiem; een kerstoptreden is immers geen danstent op de kermis.
Niels begreep het en Jo die voelde het. Hij voelde het en zag het ook al van die bui, die er al lang hing… Een uitmuntend saxofonist van een regionaal dansorkest is niet vanzelfsprekend een begaafd keyboardspeler bij een gezelligheidskoor. Het wás ook immers niet altijd gezellig…
Het nieuwe jaar 2008 was inmiddels in de opgedroogde luiers van 2007 gewikkeld en ÉgeWies was ook een heel stabiel koor geworden, waarvan de ‘oeh’tjes en aah’tjes’ door nabije smartlappenkoren volwaardig gerespecteerd werden.
Meerdere optredens volgden in rap tempo: Koninginnedag, een moederdagviering, een gezellig optreden in het zorgcentrum Aldenhorst in Mill, onze eigen ÉgeWiesdag en – ja hoor – we kregen een uitnodiging om tijdens het meest gerenommeerde smartlappenfestival van Nederland, in Grave, ons best te gaan doen.
Op die zondagse zesde juli van dat jaar trokken wij samen met Niels naar het Békaf van Grave.
Een viertal plekken in het aloude stadje werden ons aangewezen tot vermaak van de vele bezoekers. Als laatste van deze vier optredens mochten we gaan schitteren binnen op de trappen van het toen nog brandvrije Palazzo theater. En na dat verhitte optreden – de zomerse temperaturen waren echt on-Nederlands – gebeurde het; overkwam het ons.
Een heel aardige mevrouw, niet al te groot van stuk, kwam naar me toe en waagde zich, nog onwetend van welke coronameter dan ook, in de buurt ergens onder mijn van zweet spattende gezicht.
Ze stelde zich aan mij voor als iemand die erg van ons genoten had, zelf ook heel bescheiden accordeon gespeeld had én interesse had in ons koor, omdat ze nu wel in Grave woonde, maar toch Wanroijs van geboorte was.
De accordeonbegeleiding van Niels en de ‘oeh’tjes en aah’tjes’ van het koor hadden haar hart in vuur en vlam gezet en ze wilde graag eens na de zomervakantie tijdens een repetitie kennis komen maken met ÉgeWies, met Niels, met mij en met onze behoefte aan een tweede accordeonist.
Ons eerste optreden tijdens het Graafse smartlappenfestival – er zouden er in latere jaren nog meerdere komen – eindigde in majeur groot! Een accordeonale versterking. Een mooie afsluiting en begin van de zomervakantie. Mooier kon toch niet?
Nee hoor, mooier werd het helaas niet. Integendeel! De majeur stemming sloeg snel over in diepste mineur klein.
Nog geen twee weken later, tijdens onze vakantie in Oostenrijk, schrokken allen van dat bericht. Het klonk als een wanklank die nooit gehoord zou mogen worden.
Het liet ons weten van het overlijden van onze voorzitter Jac.
Niels nam het op zich om ons koor muzikaal te leiden tijdens een onvergetelijk afscheid van een voorzitter, die meer dan maximaal betrokken was bij zijn Gezelligheidskoor ÉgeWies.
Jac heeft helaas nimmer mogen horen hoe onze Graafse Maria met zoveel overgave en kunde in haar eigen Wanroij terugkwam en haar muzikaliteit aan ons zou geven. Jarenlang! Nog steeds!
Hoewel? Is het niet Jac die daarboven nu glimlachend ziet en hoort, dat zijn zoektocht naar de ware accordeoniste bekroond werd?
Ík geloof het zeker!
Tot wèrus!
Peter