Alweer een week voorbij, de eerste week in de tweede lente!
Elke dag lees ik ons dagblad 'De Gelderlander' en elke dag laat het ons pagina's lang lezen over corona. Heel begrijpelijk natuurlijk. We willen toch weten hoe lang het nog duurt? Of niet dan?
Maar daar geeft het nieuwsblad nog geen antwoord op
en dat is ook heel begrijpelijk.
Het dagblad brengt ons ook regionaal nieuws en voor ons staat dat verzameld in de speciale Maasland editie. Maar klopt dat wel helemaal? Is het niet zo dat het Maasland toch groter is dan de werkelijkheid? Ik heb er zo mijn eigen mening over.
En die 'kraaien' dan uit de titel hieronder?
Dat heeft alles te maken met de reacties, die ik van mijn ÉgeWieze vrienden kreeg op mijn maandagmail van vorige week.
Veel leesplezier!
Beste mensen van ÉgeWies,
Wel, wel, wel… Het was me het weekje wel weer wel!
Er is van alles gebeurd afgelopen week. Ver weg, dichterbij, in Den Haag, in Wanroij, bij ÉgeWies en bij mij. Ver weg wordt de Afrikaanse bosolifant met uitsterven bedreigd; dichterbij zou Noord-Brabant een kerncentrale willen; in Den Haag informeert Ollongren letterlijk iets teveel; in Wanroij wordt het grote geplande Constantionele onderhoud van de Wanroijse voetbalvelden opgestart en onze ÉgeWieze penningmeester wil volgens De Gelderlander zijn wielrenkleren aan de man of vrouw brengen! Gratis af te halen, alles in maatje XL of XXL. Lezers helpen lezers… Ook nóg maar een keer met mijn maandagmail dus.
Kijk, dat is er allemaal gebeurd afgelopen week. En nog veel meer!
Met mij bijvoorbeeld. En met De Gelderlander! Dat ene exemplaar dat bij ons dagelijks in de groene brievenbus verstopt wordt, behalve als het sneeuwt dan.
Kijk! Dat gebeurt dus binnenkort niet meer. We hebben ons abonnement opgezegd! En dat levert ons veel op. Héél veel…
Véél minder ergernis! En dat is voor mij persoonlijk misschien wel het meest belangrijke.
Ooit heeft de redactie van De Gelderlander haar lezers laten weten, dat het dagblad in een modern jasje gestoken zou worden. En dat dit zou betekenen dat er extra aandacht besteed zou worden aan het meer regionale nieuws in onze Maasland bijlage.
En dat hebben ze ook gedaan. Heel veel regionieuws zelfs. Alleen is de regio te groot geworden…
En dat is dan bij mij weer elke dag de tenen krommen. Het scheelt me absoluut minstens één schoenmaat als ik Maasland lees. Elke dag! Behalve op zondag, maar dan loop ik toch in mijn pantoffels.
Natuurlijk, je leest in de Maasland bijlage hier en daar namen als Boxmeer en Cuijk. En natuurlijk Grave, zeker de afgelopen weken. Maar dat is ook de eigen schuld van hun Graafs politiek gejammer. Dan hadden ze ook maar meteen moeten aansluiten bij onze nieuwe gemeente Land van Cuijk.
Maar de overige regiopagina’s vult De Gelderlander het Maasland, óns Brábantse Maasland, vol met oude, vaak onnozele weetjes uit Nijmegen, uit Arnhem, nog eens uit Nijmegen, Doetinchem, Wageningen, Tiel en alles wat daar in Gelderland nog tussen ligt! Zelfs vandaag nog, nee vandaag alweer, denken ze dat Winterswijk, Aalten en zelfs Urk aan onze Maas ligt. ’t Is maar goed dat onze eigen Boxmeerse Guido Weijers met zijn ‘lesjes geluk in het theater’ het vandaag een beetje goed maakt, in plaats van die vrijwel dagelijkse paginagrote Gelderse advertenties.
En dan weer die recordpogingen! Het ene Gelderse record na het andere wordt vermeld: de hoogste aantallen corona besmettingen, ziekenhuisopnames, maar ook de rijkste mensen, Gelderse sporters die naar Olympisch Tokio afreizen alsof ze in ons Brabant niet weten waar Tokio ligt, hoogste leeftijden, of zoals afgelopen zaterdag nog: het Gelders record ‘oudste huisbaas in studentenhuis’. Die huisbaas is amper twee jaar ouder dan ons oudste ÉgeWieze koorlid, dat ook nog eens tennist buiten op de tennisbaan en zo naar Olympisch Tokio kan!! Dát zou nou eens regionieuws zijn voor in óns Maasland!
En zouden ze nou echt niet weten, daarginds op die DG-redactie, dat die Gelderse plekken en Gelderse records helemaal niet aan de Maas te vinden zijn?
Zouden ze nou echt niet weten dat die nieuwe gemeente Land van Cuijk in Brabant ligt? Hier in Oost-Brabant? En dat het van óns is? In Brabant is immers alles van ‘ons’!
Ooit lang geleden heb ik eens bij De Gelderlander geïnformeerd, maar dan anders dan Kajsa Ollongren deed: ‘Waarom wordt het ‘Brábants Dagblad’ niet de standaard hier bij ons aan de Brabantse Maas?’
Het antwoord was volgens mij even simpel als wat ik dacht van degene, die ik aan de telefoon had. ‘Dat hebben ze samen afgesproken. Ze horen allebei te doen wat hun baas zegt.’ En toevallig hebben ze allebei dezelfde baas: die van DPG Media, van oorsprong Belgisch… Echt, je leest het goed: België.
En tóen snapte ik dat simpele antwoord! Binnenkort krijgen jullie wellicht het plaatselijk nieuws van Scheldewindeke in de Maasland editie te lezen. Scheldewindeke ligt in België aan de Schelde, dat zal duidelijk zijn. En denk je dat iemand het verschil ziet tussen het water van de Schelde bij Scheldewindeke, de Waal bij De Gelderlander en de Maas bij ’t Land van Cuijk? Nee toch! Hooguit kun je het ‘windeke’ een beetje ruiken…
Behalve mijn genoemde dagelijkse ergernis levert het hebben van géén Gelderlander mij ook veel vrije tijd op.
Na het ontbijt hoef ik niets meer te lezen en kan ik meteen naar buiten. Zeker als ik mijn Brabantse ‘tas’ koffie meeneem. Buiten naar de merels die vrolijk beginnen met fluiten en nestelen, buiten naar de zon die er vandaag en zeker ook morgen zal zijn. Tijd voor een lange dag met één uur langer zomertijd en ook nog eens één uur langer zonder die vervelende avondklok. Een dag van 26 uren in onze pas begonnen tweede lente van het jaar. Het wordt genieten vandaag en morgen en zoals we van ons eigen repertoire zingen: ‘De zomer voorbij’! Ik zal De Gelderlander echt niet gaan missen!
En de nieuwtjes die de krant mij vandaag zou laten lezen, die heb ik gisteren immers al gehoord op de tv of van internet geplukt met mijn mobieltje! Ik kan echt wel zonder al die Gelderse herhaling. Heerlijk!
En dan nóg een leuke bijkomstigheid van géén Gelderlander meer in mijn brievenbus: mijn maandagmails zullen kórter worden. Het mes snijdt aan meer dan twee kanten, voor mij en voor jullie allemaal…
Wat kreeg ik toch leuke reacties na mijn laatste maandagmail over worstenbroodjes, Zirbenschnaps, de foto van de drie in één prijsuitreiking, van ‘We’ll meet again’…
Ze raakten mij allemaal! Zo erg diep, dat mijn ergernis over De Gelderlander spontaan veel en veel minder werd en ik zelfs overweeg of ik de dagelijkse herhaling in de krant wel echt uit mijn brievenbus wil verbannen. Even afwachten maar, heb ik me voorgenomen. Ook De Gelderlander zal na mijn opzeggen wel een reactie sturen… Kijken of hun aanbod mij ook zo diep raakt en mij met een nieuw abonnement het onfris geurende Windeke aan de Schelde weg laat wapperen.
Nee, dan die ÉgeWieze reacties die ik kreeg! Ik noem geen namen, nee, maar ik moet over enkele daarvan toch wél iets vertellen.
Een hele mooie reactie was níet ÉgeWies, maar aangetrouwd… Het raakte mij, de inhoud raakte mij en ik glimlach als ik hoor dat ook niet-ÉgeWieze leden mijn maandagmail af en toe lezen. Nee, ik noem géén namen. Maar even goed dankjewel daarvoor. Jammer dat jullie toch gaan verhuizen…
En dat meen ik echt, maar ik waardeer het erg dat jullie allebei ‘We’ll meet again’ in de praktijk gaan brengen. Ik verheug me er nu al op!
En dan die reactie die ik kreeg op ‘We’ll meet again’ van… eh… ja van háár!
Ze schreef me dat ze het jammer vond, dat ze niet van de worstenbroodjes heeft mogen proeven. Maar ook dat ze ‘We’ll meet again’ al ijverig als een schorre kraai heeft meegezongen. En dat ze zich voorneemt om dat elke dag te gaan doen, totdat we de freule op de heksenbezem en met kraaien en al definitief zien wegvliegen in een nieuwe versie van die trillende Hitchcock film.
Ik heb haar teruggeschreven dat ik daarop vertrouw, dat we samen van die schorre kraai weer heel gauw een vrolijk fluitende merel kunnen maken. Maar dan moeten Hugo de Jonge én de Engelse Hitchcock variant én AstraZeneca wel een beetje opschieten.
En hebben jullie ook allemaal gelezen, wat onze voorzitter Margot via ÉgeWieze ‘sik Frans’ aan ons liet weten? (Ik mag haar naam hier wél noemen, want dat deed ‘sik Frans’ immers ook al!)
Ik kan er weinig over zeggen, maar het ráákt me wel hoor. Margot kan zomaar een wekelijkse column gaan schrijven in de Brabantse Maasland editie. Een paar foto’s van schorre kraaien en fluitende merels erbij en dan mag De Gelderlander mij als nieuwe abonnee weer noteren en neem ik de dagelijkse Gelderse herhaling voor lief!
En zo waren er nog enkele ÉgeWieze reacties. Ze raakten mij echt! Dankjewel allemaal! Het geeft mij het gevoel dat de freule er ons niet onder gaat krijgen. Dat we snakken naar een nieuw begin, al moet die anderhalve meter zelfs verdubbeld worden. Al moeten de mondkapjes zelfs verdriedubbeld worden.
Als de avondklok nóg één kwartiertje verlengd wordt, dan kunnen we weer ‘We’ll meet again’!
En voor die driedubbele mondkapjes zorgt Liesbeth! (Mét naam ja!)
Wat een mooie (re)actie van ons gewaardeerde ÉgeWieze lid. Een geweldige sportieve verliezer van het niet-gewonnen Peternoster Worstenbroodje.
Jullie hebben het allemaal kunnen lezen, want via onze ‘Franse sik’ liet het iedereen weten: Liesbeth heeft het worstenbroodje mogen proeven bij winnares Joos. En ze vonden het allebei geweldig lekker! Waarschijnlijk het op één na lekkerste dat ze ooit geproefd hebben. De lekkerste komen tot mijn stomme verbazing blijkbaar toch van ‘de Môs’, want wat zag ik afgelopen zaterdag: een levensgrote reclametekst vóór de Môsse bakkerij op een minstens vijf meter lang reclamedoek gedrukt: ‘Wij hebben hier de lekkerste worstenbroodjes.’ Dat zal dan wel…
Wat kan een simpele maandagmail toch losmaken bij de ‘concurrent’…
Maar Liesbeth heeft het begrepen! Liesbeth van onze prachtige geborduurde vaantjes, die we al zo lang niet meer vóór ons konden zien.
Liesbeth heeft haar nieuwste borduursteken laten vallen op mondkapjes! En ik kreeg zo’n driedubbel dik ÉgeWies geborduurd mondkapje, zoals beloofd, in een envelop aangeleverd.
Nee, echt niet verstopt in die groene Gelderlander brievenbus vóór ons huis, maar in de voordeur! Ik dook nieuwsgierig voorover naar de deurmat om het op te rapen. De envelop heeft die aanval niet overleefd. Maar het mondkapje wél. Het mondkapje overleeft zelfs de freule met gemak, het is haar een doorn in het oog en het laat zien wat wij allemaal willen en waar ik nu zelf letterlijk de mond vol van heb. En dat kun je op de foto zien: een mond vol ÉgeWies!
Het mondkapje hindert me ook letterlijk om daar woorden voor te hebben. Maar het raakt me erg Liesbeth! Dankjewel!
Ik hoop dat we het gauw kunnen gaan zingen: ‘We’ll meet again’.
Ik hoop dat jullie thuis al oefenen en meezingen net zoals zij, die dit al deed als een schorre kraai en dat nu nog steeds doet. Elke dag!
Meezingen, samen met de muziek van ons muzikaal begeleidingscombo, samen met onze pas ontdekte solozangeres Truus, samen met ons ÉgeWies gelegenheidskoortje op mijn Tascam, met Nelly, Joos, Maria, Has en een beetje van ik.
Samen, allemaal samen zingen als een nest vol vrolijk fluitende zwarte merels in een zonnige en coronaloze zomer voorbij.
Dát zou écht nieuws zijn voor de Maasland editie van De Gelderlander:
‘Schorre kraaien weer: Le coq est mort…’
Tot wèrus en ja, we houden het vol!
Peter